direct naar inhoud van Artikel 7 Waarde - Archeologie
Plan: Huisduinerkwartier 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0400.612BPHUISDKW2009-VST1

Artikel 7 Waarde - Archeologie

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van de archeologische waarden van de gronden.

Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:

  • a. ver-/nieuwbouw van gebouwen, waarbij het oppervlakte van het gebouw, gelegen op minder dan 1,00 m boven peil, geen groter oppervlak heeft dan 500 m2;
  • b. ver-/nieuwbouw van bouwwerken die een groter oppervlak heeft dan 500 m2 en de gronden niet dieper dan 50 cm t.o.v peil worden geroerd.

7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.3.1 Verboden uitvoering van andere werken

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op of in de grondenonder, de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, bodem verlagen, afgraven, of egaliseren van de grond;
  • b. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en de daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur.

7.3.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 7.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. een kleiner oppervlak beslaan dan 500 m2 of;
  • b. een groter oppervlak beslaan dan 500 m2 maar de gronden niet dieper dan 50 cm t.o.v het peil worden geroerd;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
  • d. deze op archeologisch onderzoek zijn gericht.

7.3.3 Toelaatbaarheid

De omgevinsgvergunning als bedoeld in artikel 7.3.1 kan slechts worden verleend, indien:

  • a. is gebleken dat de in lid 7.3.1 genoemde activiteiten, niet zullen leiden tot een verstoring van de archeologische resten;
  • b. aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden en/of;
    • 2. de verplichting tot het doen van afgravingen, en/of;
    • 3. de verplichting de te verrichten werkzaamheden te laten begeleiden door een terzake deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
    • 4. de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
  • c. Alvorens de vergunning te verlenen vragen burgemeester en wethouders een terzake deskundige om advies.

7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Oprichten gebouwen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2.1 ten behoeve van een overige aan deze gronden toegekende bestemming, indien is gebleken dat het oprichten van het gebouw, waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd, niet zal leiden tot een verstoring van de archeologische resten.

7.4.2 Vergunningsvoorwaarden

Voor zover het oprichten van het gebouw, waarvoor omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2.1, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden, en/of;
  • b. de verplichting tot het doen van afgravingen, en/of;
  • c. de verplichting de oprichting van het gebouw te laten begeleiden door een terzake deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

7.4.3 Voorwaarden omgevingsvergunning
  • a. De omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 7.4.1 en 7.4.2 wordt niet eerder verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
  • b. Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen vragen burgemeester en wethouders een terzake deskundige om advies.