direct naar inhoud van Artikel 6 Woongebied
Plan: Huisduinerkwartier 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0400.612BPHUISDKW2009-VST1

Artikel 6 Woongebied

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven;
  • c. ter plaatse van de aanduing 'parkeerterrein' voor parkeren;
  • d. met bijbehorende voorzieningen zoals:
    • 1. tuinen en erven;
    • 2. wegen, straten en paden;
    • 3. parkeervoorzieningen;
    • 4. groenvoorzieningen;
    • 5. speelvoorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woningen worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte bedraagt maximaal de op de verbeelding aangegeven maximale goot- en bouwhoogte;
  • c. het aantal woningen bedraagt maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal wooneenheden;
  • d. de dakhelling bedraagt minimaal de op de verbeelding aangegeven dakhelling;
  • e. de oppervlakte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal 100 m2.

6.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd, met dien verstande dat aan- en uitbouwen in de vorm van erkers en entreepartijen vóór de voorgevel mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. de horizontale diepte maximaal 1,2 m bedraagt;
    • 2. voor zover de erker wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de totale breedte van de uitbouw maximaal 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedraagt.
  • b. dakopbouwen en nokverhogingen zijn niet toegestaan;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw bedraagt maximaal 45 m²;
  • d. dakkapellen mogen niet aan elkaar worden gebouwd;
  • e. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt maximaal 2,5 m;
  • f. de diepte van aan- en uitbouwen bedraagt maximaal 3 m;
  • g. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4 m.

6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van masten en palen mag niet meer dan 9 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen met dien verstande dat:
    • 1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gelegen gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
    • 2. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen achter de voorgevel of het verlengde daarvan maar binnen 1 meter vanaf de grens met de bestemmingen 'Verkeer - Verblijf' mag niet meer dan 1 meter bedragen met daarop een open constructie met een minimale maaswijdte van 10 cm tot een maximale hoogte van 2 meter t.o.v peil;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 1,50 meter bedragen.

6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Parkeren

Voor het parkeren gelden de volgende regels:

  • a. er dient te worden voldaan aan de parkeernormen van de in bijlage 1 opgenomen Nota Bouwen en Parkeren;
  • b. de oppervlakte van een parkeerplaats bedraagt ten minste 12,5 m²;
  • c. ter plaatse van de aanuiding 'parkeerterrein' in deze bestemming dienen alle parkeerplaatsen te worden gerealiseerd die, ingevolge de onder a bedoelde parkeernormen, nodig zijn bij de binnen deze functieaanduiding gebouwde woningen.

6.3.2 Gebruik van bouwwerken

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik als staan- of ligplaats voor onderkomens;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van beroeps- of bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van de beroeps- of bedrijfsactiviteiten welke voldoen aan de volgende criteria:
    • 1. het betreft een aan huis gebonden beroep, waarbij de activiteiten met betrekking tot een aan huis gebonden beroep zowel naar gebruik als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het (woon) karakter van de woning en wijk;
    • 2. het geen detailhandel betreft, tenzij het als ondergeschikte nevenactiviteit van het in de woning uitgeoefende aan huis gebonden beroep plaatsvindt;
    • 3. de bedrijfsvloeroppervlakte beslaat niet meer dan 30% van de totale gezamenlijke begane grond vloeroppervlakte van de aanwezige hoofdbebouwing op het bouwperceel, met een maximum van 35 m².

6.4 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.3.2, sub c, onder 3, voor het vergroten van het oppervlak ten behoeve van het uitoefenen van een aan-huis gebonden beroep tot maximaal 40% van het begane grond vloeroppervlakte van de woning met een maximum van 50 m2 mits het plan voldoet aan de parkeernorm, door te voorzien in 0,575 parkeerplaatsen per 50m2 bruto vloer oppervlak op het eigen terrein.
  • b. Er behoeft aan de parkeernorm, zoals opgenomen in sub a van dit artikel, niet voldaan te worden indien aangetoond kan worden dat binnen een straal van 100 meter van het perceel voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn voor de bouwwerken en het gebruik hiervan binnen dat gebied.