direct naar inhoud van Artikel 14 Algemene gebruiksregels
Plan: Willemsoord Defensie 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0400.221BPWODEF2012-VST1

Artikel 14 Algemene gebruiksregels

14.1 Verbodsregel

Het is verboden de in hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving en/of specifieke gebruiksregels.

14.2 Toegelaten bedrijven
14.2.1 Toegelaten bedrijven

Voor zover bedrijven zijn toegestaan, mogen de gronden en gebouwen worden gebruikt voor de volgende categorieën bedrijven:

  • a. Binnen de bestemming "Gemengd" zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die vallen onder categorie 1, 2, en 3.1 van de bij deze regels gevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein;
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in a en b met dien verstande dat het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf is toegestaan dat:
    • 1. niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    • 2. in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    • 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van Bedrijfsactiviteiten valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën, meer milieuhinder veroorzaakt.
14.2.2 Verboden gebruik
  • a. het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van (grootschalige)detailhandel anders dan productiegebonden detailhandel van ondergeschikte aard (tot 5% van het bruto vloeroppervlak) gerelateerd aan de bedrijfsvoering van het bedrijf;