direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Kooypunt 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0400.811BPKOOYPUNT2012-VST1

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': gebouwen ten behoeve van bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage A);
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': gebouwen ten behoeve van bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage A);
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2': gebouwen ten behoeve van bedrijven tot en met categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage A);
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, inclusief lpg, met daarbij behorende andere detailhandel en een autowasstraat;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning, met dien verstande dat per bouwperceel ten hoogste 1 (inpandige) bedrijfswoning is toegestaan;
  • f. maximaal 3 antenne-installaties;

f1 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - overslagbedrijf' tevens een Laad- los- en overslagbedrijf t.b.v. de offshore industrie.

met daarbij behorende:

  • g. wegen en paden;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. terreinen;
  • k. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • l. kantoren.
4.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. het bebouwingspercentage van het bouwperceel mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • b. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding, met dien verstande dat indien het toetsingsvlak van de CVOR/DME Den Helder worden doorsneden, hierover vooraf overleg wordt gevoerd met de LVNL;
  • c. voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
    • 1. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan is aangeven op de verbeelding;
    • 2. een bedrijfswoning mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
    • 3. een bedrijfswoning mag maximaal 45 m² worden uitgebreid buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak;
    • 4. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - stolpboerderij' mag de bedrijfswoning bestaan uit een stolpboerderij;
  • d. een gebouw mag uitsluitend worden gebouwd indien wordt voldaan aan de parkeernorm, zoals die in bijlage B staat opgenomen.
4.2.1 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 50 m2;
  • c. het bouwperceel mag niet voor meer dan 50% worden bebouwd, dan wel het bestaande percentage indien dat meer bedraagt;
  • d. de goothoogte bedraagt maximaal 3 meter dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 meter, danwel de bestaande hoogte indien die meer is;
  • e. de bouwhoogte van vrijstaande en aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 meter, danwel de bestaande hoogte indien die meer is;
  • f. het aanleggen van een balkon of dakterras op een bijbehorend bouwwerk is niet toegestaan.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal:
    • 1. van erf- en terreinafscheidingen: 3 meter;
    • 2. van overkappingen: 5 meter;
    • 3. van palen, masten en antenne-installaties: 10 meter;
    • 4. van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 4 meter;
    • 5. van kleine windturbines: 7 meter met een maximale rotordiameter van 5 meter, of als de kleine windturbine wordt gebouwd op een (bestaand) gebouw de maximale bouwhoogte zoals op de verbeelding staat aangegeven.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. stalling, laden en lossen van vrachtwagens, materiaal en materieel in het openbare gebied en op eigen terrein.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.2.2 sub a onder 4, ten behoeve van een bouwhoogte van ten hoogste 45 meter, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er mag geen overlast ontstaan voor het vliegverkeer op Kooypunt;
  • b. Den Helder Airport, Defensie en Luchtverkeersleiding Nederland dienen schriftelijk in te stemmen met de locatie en de plaatsing van de hogere antennemast.
4.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. detailhandelsbedrijven, met uitzondering van internetwinkels;
  • b. het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen bestemd en gereed voor onmiddellijk gebruik of verbruik en zonder dat nog fabrieksmatige bewerkingen nodig zijn. Niettemin is de verkoop toegestaan van:
    • 1. productiegebonden detailhandel van ondergeschikte aard tot 5% van het bruto vloeroppervlak met een maximum van 100m2, gerelateerd aan de bedrijfsvoering van het bedrijf;
    • 2. goederen waarvan de verkoop deel uitmaakt van de normale dienstverlening van een herstelling- en garagebedrijf (autodealer), dan wel goederen, die worden verkocht in een kantine aan eigen werknemers;
    • 3. bedrijvigheid vallende onder het begrip internetwinkel;
    • 4. brandstoffen ter plekke van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen incl lpg';
    • 5. producten welke vallen binnen horeca categorie 1, en detailhandel tot een oppervlak van 20m2 welke plaatsvindt binnen de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen incl lpg' ;
    • 6. detailhandel behorende bij ABC bedrijven binnen de met de aanduiding 'garage' aangeduide gronden;
    • 7. volumineuze detail, met uitzondering van de verkoop van auto's;
  • c. zelfstandige kantoren.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 sub a., b. en c. om bedrijven toe te laten die niet in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' zijn genoemd;
  • b. lid 4.1 sub a., b. en c. om de volgende bedrijven uit ten hoogste categorie 5.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' toe te laten:
    • 1. een betonwarenfabriek;
    • 2. tank- en reservoirbedrijven;
    • 3. scheepsbouw- en reparatiebedrijven.
4.6.2 Voorwaarde
  • a. de onder lid 4.6.1 sub a. genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend indien het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën zoals genoemd in lid 4.1 sub a., b en c.
  • b. de onder lid 4.6.1 sub b. genoemde omgevingsvergunning kan allen worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
    • 1. de gebruiksmogelijkheden voor omliggende en aangrenzende bedrijven en/of woningen;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. het straat- en bebouwingsbeeld.