Plan: | Vinkenterrein Den Helder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0400.220WPMOLENWERF-VST1 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het wijzigingsplan Vinkenterrein Den Helder, met identificatienummer NL.IMRO.0400.220WPMOLENWERF- VST1 van de gemeente Den Helder;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door (één van) de hoofdbewoner(s) van de woning, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet verkeersaantrekkend of milieuhinderlijk zijn, en geen betrekking hebbend op detailhandel (met uitzondering van internetdetailhandel) of horecagerelateerde activiteiten, dat op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie en de woonomgeving ter plaatse.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, die onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bijgebouw die aan het hoofdgebouw gebouwd is of gesitueerd is binnen 1,00 m van het hoofdgebouw;
het terrein gelegen op 3,00 m achter het verlengde van de oorspronkelijke achtergevel, tot de achterperceelsgrens, het hoofdgebouw niet meegerekend;
antennedrager en antenne tbv de mobiele telecommunicatie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde;
particuliere verstrekking tegen betaling, met een niet bedrijfsmatig karakter in een woning, aan derden van uitsluitend logies (met ontbijt) zonder dienstverlening - niet zijnde uitoefening van het hotel, pension of ander bedrijf- waarbij het aanbod zich beperkt tot maximaal vier slaapplaatsen verdeeld over maximaal twee kamers;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-gebonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimte en dergelijke;
een bouwwerk, dat ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan bestaat of in uitvoering is, dan wel na dat tijdstip mag worden gebouwd krachtens een bouw/omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met het plan, niet mag worden geweigerd;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
een op zichzelf staand (van het hoofdgebouw gescheiden), al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
organisatie die samen met de buurtbewoner de leefbaarheid in de buurt probeert te verbeteren;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
uitspringend dakvenster, waarbij de afstanden tot de noklijn, en/of dakranden minimaal 0,5 m is;
een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok en/of goot van het dak, die het silhouet van het oorspronkelijke dak veranderd;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bouwperceel, voor zover gelegen achter de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw en verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw;
een overwegend (60% van het gevelvlak) glazen uitgebouwde overdekte ruimte gelegen voor de voorgevellijn van een als woning gebruikt gebouw;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
gebouwen die dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, als bedoeld in de Wet geluidshinder en/of het Besluit geluidshinder;
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidshinder en/of het Besluit geluidshinder;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, zijn constructie en/of afmetingen als belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van erotisch getinte vermaaksfunctie;
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen, die een duurzame (gemeenschappelijke) huishouding voert of voeren, waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling en/of van onderlinge verbondenheid van de bewoners;
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
educatieve, (sociaal)medische, (sociaal)culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van defensie en dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water-, elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
een horizontale overbouwing, die slechts bestaat uit een scheidingsconstructie tegen weersinvloeden;
bewoning van een ruimte als hoofdwoonverblijf;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen die recreatieve gebruik is toegestaan;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, die door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de totale vloeroppervlakte van binnen gebouwen gelegen ruimten, gemeten tussen de binnenzijde van de gevelmuren en/of gemeenschappelijke woning- of bedrijfsscheidende muren;
de naar de weg gekeerde gevel of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die als zodanig moet worden aangemerkt, bijvoorbeeld door een gevellijn op de verbeelding;
aanduiding in het bouwvlak waarop de voorgevel van een gebouw gebouwd dient te worden;
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde bij de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidshinder en/of het Besluit geluidshinder;
alle voor openbaar verkeer openstaande wegen of paden;
het gehuisvest zijn in een woning/wooneenheid;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, niet zijnde een bijzondere woonvorm;
een gebouw, dat één woning omvat.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, ondergeschikte bouwdelen als goten van dakkapellen niet meegerekend;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de buitenwaartse lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
tussen de buitenzijde van beide zijgevels en/of harten van scheidsmuren gezien vanaf de voorgevel of het verlengde daarvan;
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (achter/zijdelingse) perceelgrens;
de ashoogte van een windturbine plus de straal van de rotorcirkel;
vanaf het middelpunt van de as van de wieken tot aan het aansluitende afgewerkte terrein peil;
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 m wordt overschreden.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergechikt:
Op of in deze gronden worden geen gebouwen gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde en de volgens sublid 3.2.1 toegestane gebouwen gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan bijbehorende ondergeschikte:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen achter een naar de weg gelegen gevellijn gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen vóór een naar de weg gelegen gevellijn gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeersveiligheid, het straat- en bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bebouwingsvrije zone' met uitzondering van het bepaalde in art. 7.2.2 sub f. Deze gronden dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan, dan wel diens rechtsopvolger.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een gebruik strijdig met de gegeven bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:
Het omzetten van een zelfstandige woning naar onzelfstandige woonruimten in dezelfde woning is niet toegestaan, met uitzondering van bestaande onzelfstandige woonruimten.
Het splitsen van één woning in twee of meer zelfstandige woningen is niet toegestaan, met uitzondering van bestaande woningsplitsingen.
Het realiseren van een bed and breakfast in een woning is niet toegestaan.
Van het bepaalde in lid 9.4.1 mag het college van burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken, mits:
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Tot een gebruik strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidsgevoelige gronden en bouwwerken als geluidsgevoelig object.
[Deze is ten behoeve van Tuin en Verkeer - Verblijfsgebied]
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - Bodemsanering 1' wordt tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van een nieuwe gebouwen zonder dat door middel van (nader) onderzoek is vast komen te staan dat de bodemkwaliteit voldoet aan de beoogde functie of zonder het uitvoeren van de noodzakelijke (sanerings)maatregelen, om te kunnen voldoen aan de vereiste bodemkwaliteit ten aanzien van de beoogde functie (tuin en verkeer).
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - niet gesprongen explosieven 1' wordt tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik in elk geval gerekend het uitvoeren van grondroeringen zonder dat door middel van (nader) onderzoek is vast komen te staan dat de de bodem vrij is van explosieven, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - niet gesprongen explosieven 1 wordt tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik in elk geval gerekend het uitvoeren van grondroeringen zonder dat door middel van (nader) onderzoek is vast komen te staan dat de de bodem vrij is van explosieven, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - niet gesprongen explosieven 1 wordt tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik in elk geval gerekend het uitvoeren van grondroeringen zonder dat door middel van (nader) onderzoek is vast komen te staan dat de de bodem vrij is van explosieven.
De ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - stelling' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het functioneren van de molen.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemming(en) geldt ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - stelling’ waarbij:
Het college burgemeester en wethouders kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van:
Een afwijking als bedoeld in lid 11.1, kan niet worden verleend indien enig aangrenzend terrein of aangrenzende bebouwing in een toestand wordt gebracht, die strijdig is met het plan en/of indien op enig aangrenzend terrein de verwerkelijking van het plan wordt belemmerd en dit niet door het stellen van voorwaarden aan de afwijking kan worden voorkomen.
Een omgevingsvergunning voor het (ver)bouwen van een bouwwerk en/of het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken worden slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering zoals deze is opgenomen in de 'Nota Parkeernormen Den Helder 2017-2021' (vastgesteld op 20 januari 2017) en diens rechtsopvolger(s).
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.1.1 en toestaan dat:
Indien de bestemming van een gebouw, dan wel bestemmingsvlak, aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, moet deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het gebouw behoort. Dit ter beoordeling van bevoegd gezag, waarbij het bevoegd gezag toetst aan het op het moment van het verlenen van een omgevingsvergunning geldende gemeentelijke beleid omtrent laden en lossen.
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
Regels deel uitmakend van het wijzigingsplan 'Vinkenterrein Den Helder' van de gemeente Den Helder.