direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Huisduinerkwartier 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0400.612BPHUISDKW2009-VST1

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. maatschappelijke voorzieningen;
  • c. museum;
  • d. kantoren;
  • e. ontspanning;
  • f. horeca van de categorieën 1a en 1b van de in bijlage 2 opgenomen staat van horeca-activiteiten;

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. een hoofdgebouw;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2.2 Hoofdgebouw

Voor het bouwen van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal de op de verbeelding aangegeven maximale bouwhoogte;
  • b. het aantal woningen bedraagt niet meer dan op de verbeelding is aangegeven;
  • c. de dakhelling bedraagt minimaal de op de verbeelding aangegeven dakhelling.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van masten en palen mag niet meer dan 9 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen met dien verstande dat:
    • 1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gelegen gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
    • 2. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen achter de voorgevel of het verlengde daarvan maar binnen 1 meter vanaf de grens met de bestemmingen 'Verkeer - Verblijfsgebied' mag niet meer dan 1 meter bedragen met daarop een openconstructie met een minimale maaswijdte van 10 cm tot een maximale hoogte van 2 meter t.o.v peil;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 1,50 meter bedragen.

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Horeca

Bij de realisatie van horeca dient voldaan te worden aan de richtafstanden zoals beschreven in de in bijlage 3 opgenomen 'Bedrijven en Milieuzonering, Handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk' (VNG, editie 2009, druk 1).

3.3.2 Parkeren

Voor het parkeren gelden de volgende regels:

  • a. er dient te worden voldaan aan de parkeernormen van de in bijlage 1 opgenomen Nota Bouwen en Parkeren;
  • b. de oppervlakte van een parkeerplaats bedraagt minimaal 12,5 m2;
  • c. het parkeren ten behoeve van deze bestemming dient plaats te vinden ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zoals deze is opgenomen in de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'.

3.3.3 Gebruik van bouwwerken

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik als staan- of ligplaats voor onderkomens;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van beroeps- of bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van de beroeps- of bedrijfsactiviteiten welke voldoen aan de volgende criteria:
    • 1. het betreft een aan huis gebonden beroep, waarbij de activiteiten met betrekking tot een aan huis gebonden beroep zowel naar gebruik als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het (woon) karakter van de woning en wijk;
    • 2. het geen detailhandel betreft, tenzij het als ondergeschikte nevenactiviteit van het in de woning uitgeoefende aan huis gebonden beroep plaatsvindt;
    • 3. de bedrijfsvloeroppervlakte beslaat niet meer dan 30% van de totale gezamenlijke begane grond vloeroppervlakte van de aanwezige hoofdbebouwing op het bouwperceel, met een maximum van 35 m².

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.3.3, sub c, onder 3, voor het vergroten van het oppervlak ten behoeve van het uitoefenen van een aan-huis gebonden beroep tot maximaal 40% van het begane grond vloeroppervlakte van de woning met een maximum van 50 m2 mits het plan voldoet aan de parkeernorm, door te voorzien in 0,575 parkeerplaatsen per 50m2 bruto vloer oppervlak op het eigen terrein.
  • b. Er behoeft aan de parkeernorm, zoals opgenomen in sub a van dit artikel, niet voldaan te worden indien aangetoond kan worden dat binnen een straal van 100 meter van het perceel voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn voor de bouwwerken en het gebruik hiervan binnen dat gebied.