direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen - Woongebouw
Plan: Stadshart Centrum 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0400.214BPStadshart2010-VST1

Artikel 17 Wonen - Woongebouw

 

17. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - Woongebouw’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    woongebouwen;

b.    woongebouwen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de volgende functies voor zover het de eerste bouwlaag betreft:

1.    een bedrijf voor tandtechniek, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - tandtechniek’;

2.    een bibliotheek, ter plaatse van de aanduiding ‘bibliotheek’;

3.    dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding ‘dienstverlening’;

4.    detailhandel, niet zijnde grootschalige detailhandel in voedings- en genotmiddelen, ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’;

5.    detailhandel, niet zijnde grootschalige detailhandel in voedings- en genotmiddelen, horecabedrijven tot en met categorie 2 en dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding ‘gemengd’;

6.    horecabedrijven tot en met categorie 2, ter plaatse van de aanduiding ‘horeca tot en met horecacategorie 2’;

7.    een huisartsen- en fysiotherapiepraktijk, ter plaatse van de aanduiding ‘gezondheidszorg’;

8.    een kantoor, ter plaatse van de aanduiding ‘kantoor’;

9.    maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding ‘maatschappelijk’;

10.  sociaal-medische voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding ‘zorginstelling’;

c.    een parkeergarage, ter plaatse van de aanduiding ‘parkeergarage’;

d.    gebouwen ten behoeve van bergingen c.q. autoboxen;

e.    het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege een industrieterrein, ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - industrie’;

f.     de bescherming van de functie van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - waterkering’;

met daaraan ondergeschikt:

g.    parkeervoorzieningen;

h.    groenvoorzieningen;

i.      nutsvoorzieningen;

waarbij het behoud van de in bijlage 3 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;

met de daarbijbehorende:

j.      tuinen, erven en terreinen;

k.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

17. 2.    Bouwregels

17. 2. 1. Voor het bouwen van woongebouwen gelden de volgende regels:

a.    de gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    indien en voorzover een gevellijn is aangegeven, zal ten minste één gevel in de gevellijn worden gebouwd;

c.    ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ mag de bouwhoogte van een gebouw niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen, tenzij de dubbelbestemming ‘Waarde - Beschermd stadsgezicht’ van toepassing is, in welk geval de goot- en bouwhoogte niet meer dan de in artikel 19 genoemde hoogte mogen bedragen;

d.    in afwijking van het bepaalde in sub c. mag de bouwhoogte van een gebouw, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - afwijkende bouwhoogte’, voor ten hoogste 70% van het aangeduide gebied 31,00 m bedragen;

e.    ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ mogen de goot- en bouwhoogte van een gebouw niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen, tenzij de dubbelbestemming ‘Waarde - Beschermd stadsgezicht’ van toepassing is, in welk geval de goot- en bouwhoogte niet meer dan de in artikel 19 genoemde hoogte mogen bedragen;

f.     een gebouw mag uitsluitend worden gebouwd, indien wordt voldaan aan de parkeernomen, zoals die zijn opgenomen in bijlage 3.

17. 2. 2. Voor het bouwen van de in lid 17.1. sub d. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    de oppervlakte van een berging c.q. autobox mag niet meer dan 20 m² bedragen;

b.    de bergingen c.q. autoboxen mogen uitsluitend in complexen worden gebouwd;

c.    de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 3,00 m bedragen.

17. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,00 m bedragen, met dien verstande dat:

1.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer dan 1,00 m mag bedragen, tenzij de perceelgrens ligt in het verlengde van de zijgevel;

2.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen achter de voorgevel of het verlengde daarvan, maar binnen 3,00 m vanaf de grens met de bestemmingen ‘Verkeer’ en ‘Verkeer - Verblijf’, niet meer dan 1,00 m mag bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5,00 m bedragen.

17. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de in bijlage 3 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht;

b.    de woonsituatie;

c.    de verkeersveiligheid;

d.    de parkeersituatie; en

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

17. 4.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, tenzij de gronden ter plaatse zijn aangeduid als ‘specifieke vorm van bedrijf - tandtechniek’, in welk geval een bedrijf in tandtechniek is toegestaan;

b.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, tenzij de gronden ter plaatse zijn aangeduid als ‘detailhandel’ of ‘gemengd’;

c.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van grootschalige detailhandel in voedings- en genotmiddelen;

d.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van dienstverlening, tenzij de gronden ter plaatse zijn aangeduid als ‘dienstverlening’;

e.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, tenzij de gronden ter plaatse zijn aangeduid als ‘horeca tot en met horecacategorie 2’ of ‘gemengd’;

f.     het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag voor een andere functie dan het wonen, tenzij de gronden ter plaatse zijn aangeduid als ‘parkeergarage’, in welk geval in de tweede en hogere bouwlagen ten behoeve van een parkeergarage mogen worden gebruikt;

g.    het gebruik van de gronden en bouwwerken, ter plaatse aangeduid als ‘horeca tot en met horecacategorie 2’, ten behoeve van horecabedrijven van categorie 3 en hoger;

h.    het gebruik van de gronden en bouwwerken strijdig met de parkeernormen, zoals die zijn opgenomen in bijlage 3.