direct naar inhoud van Artikel 13 Verkeer
Plan: Stadshart Centrum 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0400.214BPStadshart2010-VST1

Artikel 13 Verkeer

 

13. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    wegen, straten en paden;

b.    voet- en rijwielpaden;

c.    het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege een industrieterrein, ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - industrie’;

d.    de bescherming van de functie van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - waterkering’;

waarbij wordt gestreefd naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;

met daaraan ondergeschikt:

e.    groenvoorzieningen;

f.     nutsvoorzieningen;

g.    parkeervoorzieningen;

h.    sloten en bermen;

i.      water;

waarbij het behoud van de in bijlage 3 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;

met de daarbijbehorende:

j.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, viaducten, dammen en/of duikers.

13. 2.    Bouwregels

13. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

13. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 9,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer dan 3,00 m bedragen.

13. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de in bijlage 3 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht;

b.    de verkeersveiligheid;

c.    de sociale veiligheid;

d.    de milieusituatie;

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

f.     de situering en de omvang van parkeervoorzieningen. 

13. 4.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

-       het inrichten van de gronden in afwijking van het aangegeven dwarsprofiel.

13. 5.    Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

 

-       het bepaalde in lid 13.4. in die zin dat wordt afgeweken van het aangegeven dwarsprofiel, mits:

-       geen wezenlijke verslechtering van de geluidssituatie optreedt.